Skip to main content
Bevallen

Bevalling

Elke bevalling is anders. Iedere vrouw beleeft het op haar eigen manier. Wel verlopen de meeste bevallingen volgens dezelfde stappen. Je kunt zelf veel doen zodat je vol vertrouwen de bevalling tegemoet gaat.

Een goede voorbereiding is het halve werk: ga op zoek naar informatie, volg eventueel een bevalcursus, stel vragen aan ons, rust goed uit. En het allerbelangrijkste: vertrouw op jezelf en je lichaam!

Voor aanvullende informatie over de (voorbereiding op) bevalling verwijzen we je naar: deverloskundige.nl/bevalling

Voorweeën

Als je in de laatste maanden van je zwangerschap bent, trekt je baarmoeder soms even samen. Deze samentrekkingen worden ook wel ‘harde buiken’ of ‘oefenweeën’ genoemd. Het komt o.a. door hormonen, bewegingen van de baby, lichamelijke activiteit, stress of door je darmen of blaas. Als de uitgerekende datum nadert, kunnen ze vaker voorkomen en gevoeliger zijn. Het kan een vervelend gevoel zijn, maar het is niet pijnlijk. De samentrekkingen zijn geen ontsluitingsweeën en ze kondigen nog niet je bevalling aan. Zie het als een soort oefening voordat het echte werk begint.

Harde buiken of (voor)weeën?

Het is misschien lastig te weten of je harde buiken of (voor)weeën hebt. Je herkent een harde buik als de samentrekkingen:
  • Wisselen in duur en intensiteit;
  • Onregelmatig zijn;
  • Ongemakkelijk, maar niet pijnlijk zijn;
  • Niet toenemen in duur, intensiteit en frequentie;
  • Afnemen en verdwijnen
    (om misschien op een later moment weer te ontstaan);
  • Niet voor ontsluiting zorgen.
Harde buiken zijn onschuldig, maar als je bloedverlies of vochtverlies krijgt, neem dan altijd contact met ons op.

Ontsluitingsweeën

Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden.

Tussen de weeën door is er rust in je buik. Je kunt de weeën ook in je onderrug voelen, of uitstralend naar je bovenbenen, of wisselend. De weeën worden sterker, komen vaker en regelmatiger en doen meer pijn naarmate de bevalling vordert.

Het echte begin

Meestal begint de bevalling met weeën. In het begin kunnen de krampen kort, onregelmatig en mild zijn. Vaak kun je gewoon doorgaan met waarmee je bezig bent. Later worden de krampen langer, regelmatiger en sterker. Als de weeën niet meer afzakken kan de bevalling nu echt begonnen zijn! Om te kijken of je bevalling echt begonnen is, let de verloskundige op je weeën. In overleg met jou wordt via inwendig onderzoek gecontroleerd of de baarmoedermond al aan het verkorten is, of deze zacht is of nog stug en hoeveel centimeter ontsluiting je hebt.

De bevalling kan zich ook aankondigen met het breken van je vliezen. Binnen 24 uur na het breken van de vliezen beginnen de weeën vaak vanzelf.

Duur ontsluitingsfase

Voor de ontsluiting zijn meestal
sterke weeën nodig

De baarmoedermond sluit de baarmoeder in de zwangerschap af en houdt de baby binnen. Tijdens je bevalling gaat er veel veranderen: je baarmoedermond wordt korter (‘verstrijking’), zachter (‘verweking’) en gaat open (‘ontsluiting’).

Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën. Ook komen ze regelmatig: om de 3 tot 5 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert. Tijdens de laatste centimeters ontsluiting zijn ze meestal het heftigst. Soms worden de pauzes tussen de weeën weer wat langer als je bijna kunt gaan persen.

Bij een eerste bevalling is de baarmoedermond nog stug en opent daardoor minder makkelijk dan bij een volgende bevalling. Hoe snel de ontsluiting gaat, hangt af van de weeën en of je eerder bevallen bent. Verder spelen veel factoren een rol:

  • Hoe je je voelt op dat moment en of je je kunt overgeven aan wat er gebeurt;

  • of de baby goed ingedaald is en op de juiste positie in je bekken ligt;
  • of je wordt ingeleid of een spontane start van je bevalling hebt.
De eerste centimeters van de ontsluiting gaan meestal langzamer dan het laatste stuk. Dit heeft veel te maken met het verweken en verstrijken van de baarmoedermond.
  • De gemiddelde tijd die nodig is voor de ontsluiting bij een eerste bevalling is zo’n 12-14 uur;
  • De tweede of volgende keer gaat dit vaak veel sneller.

Soms verandert de ontsluiting gedurende een paar uur niet. Het lijkt dan of er niets gebeurt, maar is het tegendeel waar. De baarmoedermond kan platter en zachter worden of het hoofdje van de baby is dieper in het bekken gekomen. De centimeters geven misschien houvast maar zeggen lang niet alles over de voortgang van de bevalling!

Hoe snel de ontsluiting gaat is heel moeilijk te voorspellen. Soms gaat het ‘volgens het boekje’: een centimeter per uur. Het kan ook ineens heel snel gaan, terwijl het daarvoor misschien langdurig hetzelfde was. Bij 10 centimeter heb je volledige ontsluiting. Als je baby diep met het hoofdje is ingedaald en je voelt persdrang, is het tijd voor de volgende fase van de bevalling: het persen.

Vliezen breken

Je vliezen kunnen uit zichzelf breken of door je verloskundige gebroken worden.

  • Ongeveer 1 op de 10 bevallingen begint met gebroken vliezen;

  • Bij 90% van de bevallingen breken de vliezen pas tijdens de ontsluitingsfase.

De vliezen en het vruchtwater beschermen de baby en kunnen helpen bij het openen van je baarmoedermond (de ontsluiting). Er kunnen redenen zijn om je vliezen te laten breken, bijvoorbeeld als de weeën afzwakken of als de ontsluiting onvoldoende doorzet. Als je vliezen uit zichzelf breken kun je een ‘plopje’ voelen. Hierna voel je het warme vruchtwater lopen. Als wij de vliezen in overleg met jou breken, wordt dit met een ‘vliezenbreker’ gedaan: een plastic stokje met een haakje eraan. Tijdens een inwendig onderzoek zijn hiermee de vliezen te breken. Meestal voel je wel het inwendig onderzoek, maar het vliezen breken geeft geen pijn.

Ook de baby voelt geen pijn. De hoeveelheid vruchtwater die naar buiten komt verschilt. Soms is het maar een klein golfje en andere keren blijft het vruchtwater stromen. Vaak wordt het minder als het hoofdje van de baby dieper in het bekken komt. De placenta blijft vruchtwater aanmaken. De baby komt hierdoor niet ‘droog’ te liggen.

Kleur vruchtwater

Als je vliezen breken is het goed om naar de kleur van het vruchtwater te kijken. Vaak is het helder. Er kunnen witte vlokjes in zitten of een klein beetje bloed, dat is normaal. Als het vruchtwater groen of bruin is, heeft de baby in het vruchtwater gepoept. Dit wordt meconiumhoudend vruchtwater genoemd en is een reden om de conditie van de baby extra in de gaten te houden. Dat wordt in het ziekenhuis gedaan met een cardiotocogram (CTG).

Als je twijfelt over de kleur van het vruchtwater, neem dan contact met ons op. Probeer wat vruchtwater op te vangen, bijvoorbeeld in een glas of bakje. Ook kun je een wit hydrofiel washandje in je ondergoed doen, zodat de kleur van het vruchtwater goed te beoordelen is.

Infectie

Als de vliezen gebroken zijn is er een kans op een infectie. Deze kans wordt groter als het langer duurt voordat de weeën komen nadat de vliezen gebroken zijn. Het advies is om niet in bad te gaan. Gebruik ook geen tampons. Bij veel vrouwen (75%) beginnen de weeën binnen 24 uur na het breken van de vliezen spontaan. Bij 90% van de vrouwen zijn de weeën in de eerste 48 uur begonnen.

Wij bespreken met je of en wanneer een controle in het ziekenhuis nodig is. Ook krijg je advies waar je op moet letten en hoe vaak je je temperatuur moet meten.

Goed om te weten

Wij zullen je aan het einde van je zwangerschap advies geven over wanneer je moet bellen bij gebroken vliezen. Als het vruchtwater helder is, het hoofdje van je baby ingedaald, de baby goed beweegt en jij je goed voelt is het geen probleem om af te wachten voordat je overlegt met ons. Er zijn situaties waarin we graag snel wil weten dat je vliezen gebroken zijn. Dit is bijvoorbeeld zo als het hoofdje van de baby nog helemaal niet ingedaald is.

Persweeën

Persdrang

Als je genoeg ontsluiting hebt om de baby geboren te laten worden, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Op het hoogtepunt van zo'n wee voel je een drang om te drukken. Dit heet persdrang. Je kunt het niet tegenhouden. Elke perswee zorgt ervoor dat het hoofdje van je baby steeds verder in je bekken komt.

Hoe lang persen?

Het persen duurt bij een eerste baby gemiddeld een uur en bij een tweede of volgende baby vaak minder dan een half uur. Hoe snel het persen gaat heeft te maken met de kracht van je weeën. Hoe vaak de weeën komen en hoe goed het lukt om te persen. Verder hangt het af van de ligging van je baby en of je al eerder bevallen bent.

Het kan zijn dat je lichaam sterk aangeeft dat je moet persen en dat het goed lukt om hieraan toe te geven. Misschien is het ook even wennen en ‘omschakelen’. Wij zijn er om je hierbij te begeleiden. Als je het fijn vindt kun je tijdens het persen meekijken met een spiegel.

De baby wordt geboren

Tijdens het persen maakt de baby een draai door het bekken, onder je schaambot door en moet hiervoor als het ware ‘door een bochtje’. Als deze bocht gemaakt is blijft het hoofdje ‘staan’: een groot deel van het hoofdje is dan te zien. Als het hoofdje staat geeft dat vaak een brandend gevoel, dat wordt ook wel de ‘ring of fire’ genoemd. Een warme of koude washand tegen je bekkenbodem kan dit gevoel een klein beetje verlichten. De branderigheid is vervelend, maar bedenk dat je baby er nu echt bijna is!

Vaak komt het hoofdje bij elke wee een klein beetje verder en zakt het na de wee weer terug. Het terugzakken is niet erg. Bij de volgende wee pers je de baby weer naar het punt waar je was en daarna nog verder. Als het hoofdje geboren wordt krijg je van ons meestal het advies om tussendoor even te stoppen met persen en daarna weer verder te gaan, zodat het hoofdje rustig geboren wordt. Vaak komen de schouders en het lijfje van de baby op dezelfde wee als het hoofdje. Als je wilt en de situatie laat het toe, dan kun je zelf of je partner je kindje aanpakken. Goed om te weten Je kunt in je zwangerschap met ons bespreken wat je fijn of niet fijn lijkt tijdens het persen, zoals coaching en houdingen. Je kunt dit vooraf beschrijven in een geboorteplan.

Placenta en navelstreng

Het wordt weer rustig in je buik en je hebt nu tijd om bij te komen. De baarmoeder trekt samen om de placenta los te maken en om te voorkomen dat je veel bloed verliest. Dit kan aanvoelen als een wee, en wordt dan ook een ‘nawee’ genoemd.

Wij kunnen controleren of de placenta los ligt, bijvoorbeeld door de navelstreng een beetje op spanning te houden terwijl we aan je buik voelen. Als de placenta los ligt, komt deze naar buiten door nog een keer mee te persen. Wij voelen hierbij aan je buik en geven zo nodig wat tegendruk. Meestal komen dan de placenta, de navelstreng en de vliezen naar buiten. Hierbij voel je weer even druk op je vagina, dit is vaak heel kort. Meestal is het een opluchting als de placenta ook geboren is. Met de placenta komt wat bloed mee. Dit is normaal en wordt minder als je baarmoeder goed samentrekt. Wij houden het bloedverlies en het samentrekken van de baarmoeder in de gaten.

Vaak komt de placenta binnen een half uur na de geboorte. Als de placenta (nog) niet komt kunnen wij adviseren om medicijnen (oxytocine) te geven en je blaas te legen. Afhankelijk van hoeveel bloed je verliest en hoe het verder met je gaat is het mogelijk om af te wachten. Het kan ook nodig zijn je naar de gynaecoloog, arts of verloskundige van het ziekenhuis te verwijzen voor verdere behandeling. Er kunnen bijvoorbeeld extra medicijnen gegeven worden. Soms is het nodig de placenta op de operatiekamer te verwijderen.

Doorknippen navelstreng

Als de hartslag van de baby niet meer te voelen is in de navelstreng, kan die worden doorgeknipt. Dit duurt vaak enkele minuten.
Door te wachten tot de navelstreng is uitgeklopt alvorens deze door te knippen, gaat er nog heel wat bloed en daarmee ijzer en stamcellen van de placenta naar de baby. Dit heeft een positief effect op de baby.