Stuitligging

Aan het einde van de zwangerschap liggen de meeste baby’s met het hoofdje naar beneden; dit heet een ‘hoofdligging’. In slechts 3-4% van de gevallen ligt een kindje rond de 36 weken zwangerschap in een ‘stuitligging’.
Er is meestal geen oorzaak voor de stuitligging (85%). Wel komt een stuitligging vaker voor bij een meerlingzwangerschap, bij een placenta die voor de uitgang van de baarmoeder ligt en bij bepaalde afwijkingen aan de baarmoeder.

Een stuitligging geeft meer kans op complicaties tijdens en na de bevalling. Zo is er meer kans op een keizersnede en zijn er meer complicaties dan bij een hoofdligging, voor zowel jou als voor de baby.

Als je kindje in stuitligging ligt dan is het mogelijk om je kindje te helpen draaien. Dit noemt men een uitwendige versie. Dit betekent dat de verloskundige van buitenaf via de buik het kindje van een stuitligging naar een hoofdligging draait. Dit is een veilige methode om jouw kans op een goede bevalling te vergroten.

Voor meer informatie zie: stuitinwest.nl